De rechtbank Overijssel heeft onlangs een streep gezet door een opgelegde dwangsom van 100.000 euro aan veevoerproducent ABZ Diervoeding aan de Goorseweg in Markelo. Volgens de rechtbank was er onvoldoende juridische grondslag om handhavend op te treden wegens vermeende overschrijding van de productiecapaciteit. De gemeente Hof van Twente had in juli 2024 een last onder dwangsom opgelegd aan ABZ vanwege een overschrijding van de vermeende toegestane productie van veevoer en gaf hierbij aan dat het woon- en leefklimaat van de omwonenden hierdoor al langere tijd werd aangetast. Volgens het college was 73.281 ton per jaar de maximale productiecapaciteit zoals vastgelegd in de milieuvergunning uit 2007. ABZ Diervoeding maakte bezwaar, maar dat werd in eerste instantie ongegrond verklaard. Uiteindelijk stapte het bedrijf naar de rechter.
De rechtbank Overijssel oordeelde op 7 november 2025 dat uit de vergunning uit 2007 en de bijbehorende stukken niet blijkt dat er sprake is van een vastgelegde productiegrens. Volgens de rechter kon het college de opgelegde dwangsom daarom niet baseren op de vermeende overschrijding van 73.281 ton veevoer per jaar. Ook de onderbouwing met zogeheten benchmarkcijfers uit een aanvraagformulier werd verworpen, omdat deze geen formele status hebben binnen de vergunning.
De uitspraak betekent dat ABZ Diervoeding het eerder opgelegde dwangsom van 100.000 euro niet hoeft te betalen. Daarnaast moet de gemeente de gemaakte proceskosten het griffierecht aan ABZ Diervoeding vergoeden. De gemeente en de Omgevingsdienst Twente laten weten dat zij de uitspraak niet hadden verwacht en nog onderzoeken wat de gevolgen zijn voor het toezicht op andere bedrijven in de regio.
Of de gemeente hoger beroep instelt bij de Raad van State is nog niet bekend. Burgemeester en wethouders hebben de gemeenteraad laten weten dat zij de situatie zorgvuldig evalueren en op een later moment terugkomen met eventuele vervolgstappen.