De rechter floot de gemeente in 2016 terug rondom het besluit op de door ABZ Diervoeding in 2015 aangevraagde vergunning voor het vergroten van de fabriek in Markelo. Door een reparatie van een aan de diervoederproducent verleende vergunning – welke inmiddels ook onder de rechter ligt – heeft de gemeente Hof van Twente tijdens de wedstrijd de spelregels aangepast. Hierdoor kon het college op 2 mei op basis van de aangepaste regels opnieuw een positief besluit nemen over de aanvraag uit 2015. Opmerkelijk is dat wethouder Meulenkamp in reactie op vragen van PvdA-raadslid Roel Bergman tijdens de raadsvergadering van afgelopen dinsdagavond verklaarde dat het ging om een nieuwe aanvraag die niet onder de rechter ligt. Bij navraag van onze redactie blijkt dit echter een verspreking van de wethouder te zijn geweest en is er voor de tweede keer een besluit genomen op de aanvraag uit 2015.

Hoe zat het ook al weer?
Ruim twee jaar geleden werd er door ABZ Diervoeding een vergunning aangevraagd voor het opbouw op het deel van haar fabriek om het productieproces in de fabriek te kunnen optimaliseren. Hiervoor zou een deel van het gebouw 10 meter hoger worden dan nu het geval is. De gemeente was van mening dat de aanvraag voldeed en heeft in mei 2015 dan ook voor de eerste maal een positief besluit genomen op de aanvraag.

Links bestaande fabriek, rechts met uitbreiding

Op dit besluit voor vergroting van deze beeldbepalende fabriek in de dorpskern van Markelo werden meerdere bezwaren ingediend, onder meer een bezwaar gesteund door ruim 85 handtekeningen van omwonenden. De gemeente lag deze bezwaren naast haar neer, waarop 5 omwonenden de stap naar de rechter hebben gezet. De rechter gaf de omwonenden vorig jaar gelijk, vernietigde het besluit en gaf de gemeente als huiswerk mee opnieuw een besluit te moeten nemen op de aanvraag waarbij rekening werd gehouden met de geluidsnormen in de verleende vergunningen uit 2007 en 2010.

Struikelpunt voor een vergunning bleek de maximaal toelaatbare geluidsbelasting welke was opgenomen in die vergunningen. Volgens ABZ waren er in die vergunningen te lage waarden opgenomen. De gemeente heeft met een ambtshalve wijziging eind 2016 een nieuwe vergunning verleend waarbij de geluidsbelasting in de oude vergunning werd aangepast. Tegen deze vergunning werd ook beroep ingesteld door omwonenden bij de Rechtbank Overijssel. Deze zaak wordt in juni behandeld door de rechter.

Inmiddels was er ook hoger beroep ingesteld door omwonenden op het vonnis van de rechter van vorig jaar. Dit beroep dient eind deze maand bij de Raad van State.

Ondertussen heeft de gemeente – in lijn met het vonnis van de rechter – voor de tweede maal een besluit genomen op de in 2015 aangevraagde vergunning. Daar de geluidsregels in de vergunningen uit 2007 en 2010 tussentijds zijn aangepast stond volgens het college niets in de weg de vergunning te verlenen. De rechter heeft het eerdere besluit vernietigd met de uitleg dat de vergunningen uit 2007 en 2010 onherroepelijk waren, daar de ambtshalve wijziging nog onder de rechter ligt zijn de aangepaste geluidsnormen nog niet onherroepelijk op het moment dat het college voor de tweede maal een besluit nam op de aanvraag.

Volgens omwonenden is dit nieuwe besluit op de aanvraag uit 2015 onrechtmatig omdat de ambtshalve wijziging nog niet onherroepelijk is. Het college heeft door de gekozen werkwijze volgens hen ten onrechte verwachtingen gewekt bij ABZ. Ook de gemeente zelf is er niet zeker van of het besluit stand zal houden. Mocht de Rechtbank het besluit tot de ambtshalve wijziging vernietigen, dan kan het nieuwe besluit volgens de gemeente ook geen stand houden bij de Raad van State.