In 1963 werd in Markelo de eerste warenmarkt gehouden. Gecombineerd met de 14-daagse vee- en biggenmarkt startte deze op donderdag 14 maart. Burgemeester de Beaufort verrichtte om 10 uur in zaal Wissink de officiële opening en memoreerde dat de plaatselijke middenstand geen bezwaar had tegen de markt. Integendeel de drukte die deze markt met zich meebracht zou ook voor de middenstand van betekenis zijn. Een vertegenwoordiger van de bond van marktkooplieden schetste ook het belang van deze markt voor het toerisme. “Grotestadsmensen zijn kuddemensen, die veel behoefte aan een markt als deze hebben.” Zeker door het vroege seizoen werden er echter op de eerste marktdagen nauwelijks ‘vreemdelingen’ gesignaleerd.

De Markelose weekmarkt omstreeks 1980

Na de toespraken hees de burgemeester de Markelose gemeentevlag, waarna een rondgang langs de kramen werd gemaakt.

Niet alleen vanuit de bevolking was de belangstelling groot, ook de marktkooplui kwamen graag naar de Markelose markt. Er was zelfs een wachtlijst van 11 aanvragers. De 23 standplaatsen waren als volgt verdeeld: 2 viskramen, 3 suikerwerkkramen, 2 voor groente en fruit, 2 verkopers van bloemen en planten, 3 huishoudelijke artikelen en galanterieën, 1 ijzerwaren, 1 boter kaas en eieren en 9 kramen met textielgoederen. De markt werd gehouden aan de zuidzijde van de kerk en langs de verbindingsweg tussen Bergweg en Grotestraat.

Ondanks de regen kende deze eerste marktdag een grote drukte. Ook de heersende mond- en klauwzeer, waardoor er geen biggenmarkt was, had nauwelijks invloed op de belangstelling. Uit alle buurtschappen waren ze komen opdagen, de kijkers en de kopers, want die eerste warenmarkt wilde tenslotte niemand missen.

“Er heerste een gezellige drukte, die herinneringen opriep aan de vroegere kermissen. Er waren zelfs enkele standwerkers, die hun koopwaar met alle luidruchtigheid, die nu eenmaal onmisbaar is, aan de man probeerden te brengen. De Markelose huisvrouwen stonden er wat aarzelend omheen, op een veilige afstand, want tenslotte kunnen die marktkooplui je van alles aanpraten.”

Opmerkingen als: “Ik vind het hartstikke fijn” en “Nu hoeven we tenminste niet meer naar Hengelo”, werden regelmatig gehoord.

De drukte was zo groot, dat er een probleem ontstond waar niemand aan had gedacht: “De vuilnisemmers bleven vandaag aan de Bergweg staan. De grote vuilniswagen, die elke donderdag komt, moest noodgedwongen een andere route nemen.”

Iedereen was na deze eerste marktdag van mening, dat het “een echte Markelose aangelegenheid was geweest, een ontmoetingspunt, een aanwinst voor ons dorp, die een groot enthousiasme wekte bij de Markelose huisvrouwen.”