Het is morgen precies dertig jaar geleden dat heel Nederland in de ban was van de eerste Elfstedentocht sinds de legendarische tocht van 1963. Nederland verkeerde die dagen in 1985 massaal in extase. De dertiende Elfstedentocht leidde tot een volksfeest van ongekende omvang. Morgen kunt u de dag opnieuw gaan beleven op NOS.nl, waar de uitzending van toen integraal te zien zal zijn. Ook veel Markeloërs zaten destijds al vanaf 05.00 uur aan de televisie gekluisterd, waarbij hun speciale aandacht uitging naar dorpsgenoot Jan Wessels, die al snel in de wedstrijd van zich liet spreken. Aan de keukentafel in zijn huis aan de Roosdomsweg blikken we met de inmiddels 63-jarige schaatser nog één keer terug naar die 21 februari 1985. “Ik krijg nog vaak kippenvel als ik eraan terugdenk. Zoveel mensen, zoveel enthousiasme, dat was meer dan we ons ooit hadden kunnen voorstellen.”
Jan en en zijn vrouw Ginie bekijken nog één keer de foto’s
Die Elfstedentocht in 1985 had voor Jan Wessels achteraf niet op een beter moment kunnen komen. Een half jaar ervoor was net de Aegon marathon schaatsploeg opgericht die bestond uit de schaatsers Henri Ruitenberg, (Dolle) Dries van Wijhe, Tjeerd Uiterdijk en Jan Wessels. Voor toen die tijd was dat uniek. Een sponsorploeg waar alle faciliteiten uitstekend waren geregeld. In de winter van 1984/1985 had Nederland niet te klagen over de hoeveelheid natuurijs en de schaatsers hadden dan ook de nodige kilometers op dit ijs, al in de benen. Het was wachten op de tocht der tochten die toen eerst al voor de 21 januari stond gepland. Dooi gooide toen roet in het eten, maar op 18 februari kwamen alsnog de verlossen woorden “It sil heve”.
“Ik kan me dat moment nog goed herinneren,” aldus Wessels. “Ik was in de stal bezig ,we hadden koe kalverij. Ik zei tegen mijn vrouw Ginie dat ze bij de televisie moest gaan zitten, ik redde me wel met de geboorte van het kalf. Toen het kalf in het stro lag kwam Ginie weer terug in de stal en zag ik aan haar gezicht dat het door zou gaan. Al de volgende dag vertrok in naar Friesland waar we ons met de hele ploeg zouden voorbereiden op de tocht. Aegon had een goed hotel voor ons geregeld en we hadden die dagen een auto met privé chauffeur tot onze beschikking, zodat we overal het ijs even konden proberen. Gelukkig kende onze chauffeur ook de betere kroegen in Friesland, zodat we ons na een paar uurtjes schaatsen, tegoed deden aan een paar goede borrels. Dat kon toen nog.
Op de dag van de tocht was het om 03.00 uur opstaan, daarna goed ontbijten en per auto richting de Frieslandhal, waar het startschot van de Elfstedentocht zou klinken. Er moest eerst 1700 meter worden hardgelopen, om vervolgens de schaatsen onder te binden en rest van de bijna 200 kilometer schaatsend en klunend te volbrengen. De tactiek was om meteen van voren te gaan zitten, dus dat betekende gelijk goed weg zijn met de start. Dat betekende dus ook, dat we al vroeg in de startkooi stonden om de beste plek te hebben voor vertrek. Het moment van het startschot om 05.00 uur en het opengaan van de deuren van de Frieslandhal, zal ik nooit meer vergeten. Wat een drukte, wat een lawaai. Dit hadden we nog nooit meegemaakt. We hadden allemaal wel eens een marathon gereden voor zo’n 3000 toeschouwers, maar wat we hier mee maakte was volkomen krankzinnig”.
Op het ijs aangekomen om daar vervolgens heel snel de schaatsen onder te binden, kwam voor Jan Wessels het moment, waardoor hij voor eeuwig met de geschiedenis van de Elfstedentocht blijft verbonden en heel Markelo vervulde met trots. De televisie commentator van de NOS Heinze Bakker sprak daar de legendarische woorden “En het is Jan Wessels uit Markelo die daar als eerste is vertrokken op weg naar Sneek”. Maar achteraf gezien was dit niet helemaal correct. “Ik werd inderdaad als eerste genoemd, maar net voor mij vertrokken Wim Westerveld en Jos Pronk eigenlijk nog eerder. Aangezien de monitor bij Heinze Bakker was uitgevallen, had hij niet helemaal goed zicht op de drukke en chaotische situatie bij de start. Ik kreeg uiteindelijk de eer en op dat moment word ik nog vaak aangesproken, maar het is niet helemaal de waarheid.
Eenmaal vertrokken verdween de snelle voorsprong als sneeuw in de zon. “Het was pikkedonker en die ervaring was voor ons volkomen vreemd en nieuw, overal waren er valpartijen. Lubbert van der Molen was één van de weinigen die een zaklamp had meegenomen en dus bleven we massaal bij hem in de buurt. Ook het vele klunen was voor ons allemaal nieuw en het duurde even voor ik doorhad hoe ik dit het best kon aanpakken. De beste tactiek bleek om als eerste bij zo’n kluunplaats aan te komen om vervolgens met het verstand op nul vol door te stampen.
Met het herkenbare Aegon pak met daarop het startnummer 97 volgde intussen vele televisiekijkers de prestaties op de voet, van de Markeloer, die de gehele wedstrijd wel van voren zat, maar uiteindelijk net niet kon aansluiten bij de kopgroep. “Je moet tijdens zo’n tocht voldoende eten om bij de besten te blijven horen en juist daarmee ging het tijdens de wedstrijd een tweetal keren mis. We hadden onderweg verschillende posten, waar Aegon mensen stonden met een draagtas met daarin voedingsmiddelen. De truc was om je arm door de hengsels van zo’n draagtas te steken tijdens het schaatsen. Maar helaas was de kwaliteit van die draagtassen zo slecht, dat alleen de hengsels bleven hangen en de tas vervolgens op de grond viel”
Een kopgroep van vier personen ging uiteindelijk richting finish op de Bonkevaart in Leeuwarden en het was duidelijk dat de winnaar uit die groep ging komen. Namens de Aegon ploeg zat Henri Ruitenberg in die kopgroep en hij was dan ook zwaar favoriet voor de eindoverwinning. Dat vond ook de directie van Aegon, die daarom al maar vast een hele verdieping van het zeer dure hotel Lauswolt, nabij Drachten, afhuurde voor de festiviteiten van de avond. Maar niemand had op Evert van Benthem gerekend, de uiteindelijke winnaar. “Toch hebben we ’s avonds een fantastisch feest gevierd in het hotel en eigenlijk was niemand chagrijnig. Ikzelf eindigde als 17e en daarmee was ik tevreden”.
Morgen zal Jan Wessels het grootste gedeelte van de terugblik op de tocht van 1985 volgen in het schaatsmuseum in Hindelopen, waar de eerste 25 schaatsers van de tocht bij elkaar zullen komen. “Ik kijk daar erg naar uit. Ik vind het altijd gezellig om weer even bij elkaar te komen en gezellig bij te praten. Het schaatsen heeft mij veel gebracht en mij als mens zeer doen veranderen. Ik hoop in positieve zin”, besluit hij lachend.
Start Jan Wessels is te zien vanaf 1:30.