Op 8 april is het precies 80 jaar geleden dat Markelo werd bevrijd. In aanloop naar deze bijzondere dag staan we stil bij de verhalen uit de oorlogsjaren. Samen met Stichting Herdenken en Vieren Vrijheid Markelo en Stichting Heemkunde Markelo brengen we verhalen onder de aandacht die ook na al die jaren het vertellen waard zijn. Vandaag publiceren we het tiende oorlogsverhaal: ‘Bevrijding in aantocht’. Een verhaal over de laatste dagen van de bezetting en de eerste momenten van vrijheid.
Nadat op zaterdagavond, 7 april, na enkele dagen van gevechten, een bruggenhoofd was gevormd over de Schipbeek nabij de Sandermanstuw werd zondags begonnen met verkenningen richting Holterweg en Markelo Dorp. Omstreeks 15.00 uur rijden twee Canadese bren carriers vanaf de Roudaalterweg bij de Poppe de Holterweg op. Onderweg in het Groenland hadden ze vele Duitsers krijgsgevangen gemaakt en wapens in beslag genomen. Bij de Poppe werd direct de driekleur uitgestoken en de jeneverfles ter hand genomen. Vervolgens reden de verkenners weer terug, de Canadezen adviseerden om de vlag weer binnen te halen omdat nog overal Duitsers rondzwierven.
Al dagenlang was in het dorp te zien dat het einde van de Duitse bezetting naderde. In de nacht van 7 op 8 april hadden de Duitsers hun zaakjes moeten oppakken om niet geheel te worden ingesloten. Langs allerlei binnenwegen en voetpaden trok een vluchtende massa die nog kans zag van alles en nog wat mee te slepen. Vervoerd op kruiwagens, kinderwagens, karren, fietsen e.d. Het was een vluchtend leger dat onderweg nog roofde, brand en onheil stichtte en terneergeslagen de moeizame tocht richting Duitsland aanvaarde.
De opdracht voor de Fusiliers Mont-Royal was, na de vorming van een bruggenhoofd: ontplooiing in oostelijke richting, en contact te maken met eenheden van de 1st Polish Armoured Division. Plaatsvervangend bataljonscommandant majoor C.F.L. Roy ging in de kader van die verkenningen samen met artillerie-waarnemer Kapitein J. Hamilton op weg. Zonder verdere escorte, in een jeep. Via de Brummelaar en de Larenseweg reden ze richting Markelo. Het was inmiddels 13:30 uur toen deze eerste Canadese jeep het dorp binnenreed en daarmee ons dorp bevrijdde. Even later gevolgd door een paar carriers. De jeep was binnen de kortste keren bedolven onder dolenthousiaste Markeloërs. De vrijheid en blijdschap waren inmiddels ten top gestegen en van alle kanten stroomden de inwoners naar het dorpscentrum om toch het naadje van de kous te weten te komen.
Samen met plaatselijke leden van het verzet reden de Canadezen vervolgens naar Stokkum waar 26 Duitsers krijgsgevangen werden gemaakt. Een groep van de Grüne Polizei omvatte aanvankelijk ongeveer 40 personen. Deels waren ze er al tussen uitgeknepen toen de Canadezen ter plaatse arriveerden. Tot drie keer toe was die groep al met een witte vlag en begeleid door verzetsleden naar het Twentekanaal gelopen om zich over te geven aan de Canadezen. Deze kwamen echter van een totaal andere kant.
Ook in de buurtschap Achterhoek hield zich op deze Bevrijdingsdag nog een groep Duitsers op. Bij de boerderijen Lövink en Tieman. Bij hun vertrek sleepten ze van alles mee, behalve de Poolse soldaat die ondergedoken zat bij Tieman.
Toen duidelijk werd dat de Duitsers, die naar men vermoedde nog ergens tussen Markelo en Goor zouden rondzwerven, niet meer aanwezig bleken te zijn werd om 18:00 uur onder luid gejuich de Nederlandse vlag voor het gemeentehuis gehesen. Zoals ook uit de War Diaries van de eenheden blijkt krijgen de Fusiliers Mont-Royal de credits voor de bevrijding van Markelo .
Op maandagmiddag 9 april kwam tot ieders verrassing ‘s middags een grote colonne Poolse tanks vanaf Goor, Markelo binnenrijden. Zij waren ‘s morgens bij de Eternit fabriek in Goor het kanaal overgestoken en hadden orders om Markelo te bevrijden. Ze waren echter een dag te laat, maar stopten wel omdat ze door de grote mensenmassa in het centrum niet zonder meer konden doorrijden.
Hoe kwam het dat één enkele jeep, met twee officieren, simpelweg Markelo binnenreed? Was het lef of gewoon dommigheid? Nee, één man van de verzetsgroep Holten-Markelo was enkele dagen daarvoor de Schipbeek over gestoken en had de Canadese leiding in de buurt van Laren-Gelderland bijgepraat over de situatie in Markelo.
Enkele belevenissen van Markeloërs na de bevrijding:
Gerrits-van den Berg over de bevrijding: Op 8 april 1945 kwam voor ons de bevrijding. Sindsdien roept dat woord bij mij een beeld op van blijheid, dankbaarheid en nooit meer bang hoeven zijn. Ik was negen jaar en mijn zusje was drie. Wij woonden dicht bij de school waar de Canadezen hun tenten voor een tijdje opsloegen op het speelveld. Die achtste april was de hele buurt bij de school samengestroomd. Een jonge Canadese soldaat nam mijn zusje op de arm, drukte haar tegen zich aan en zei: “Ik heb thuis een dochtertje, een klein meisje net als jij.” We waren zo ontroerd door dat gebaar dat dat beeld me altijd is bijgebleven.
Jacob van der Wolde: Het is zondagmiddag 8 april 1945, ongeveer half drie. Johan van de Slager en ik staan voor hun slagerswinkel tegenover de kerk. Plotseling verschijnt er een jeep. De mannen dragen een ander soort groene kleren. Johan en ik kunnen onze ogen niet geloven. De Tommies zijn er! Aan de andere kant van het Kerkplein rennen Roosdom en Klumpers hun huis uit en dragen een trap tussen hen in. De jeep staat stil, midden op straat tegenover de kerk. De twee plaatsen de trap een paar meter voor het groene voertuig. Ze willen de eerste foto maken. Ze zijn erg druk, nerveus, opgewonden. In Hitler-Duitsland was fotograferen ten strengste verboden. De Tommies in de jeep lachen voluit. Ze vinden het prachtig. Hierna keren ze om en verdwijnen weer in de richting Holterweg/Laren van waaruit ze kwamen.
Hoewel de vreugde over de herwonnen vrijheid de boventoon voerde, heerste er in menige familie ook verdriet om hen die 8 april 1945 niet meer beleefden. Het beste verwoord is dit door mevrouw Hanna Heetland uit Diepenheim destijds in een brief aan haar zuster en zwager in Amsterdam. Na de opsomming van wat trieste feiten schrijft ze in haar dagboek: “Wat is het toch allemaal akelig. We zijn dankbaar dat het nu is afgelopen, maar blij kun je eigenlijk niet zijn.”
In de week dat gevierd wordt dat Nederland 80 jaar geleden is bevrijd, zullen leden van het regiment Fusiliers Mont-Royal een bezoek brengen aan Nederland. Zij zullen ook Laren, Holten en Markelo aandoen. Ter nagedachtenis van de zes omgekomen leden van dit regiment tijdens de gevechten aan de Schipbeek zal ook een monument worden onthuld. De onthulling van het monument zal plaats vinden op dinsdag 6 mei rond 14.30 uur.
Opdat wij niet vergeten!