Op 8 april is het 80 jaar geleden dat Markelo werd bevrijd. In aanloop naar deze bijzondere datum besteden we extra aandacht aan gebeurtenissen uit de oorlogsjaren. In samenwerking met Stichting Herdenken en Vieren Vrijheid en Stichting Heemkunde Markelo blikken we terug op verhalen, die niet vergeten mogen worden. Vandaag het vierde verhaal alweer: ‘Het verzet’.
De maatregelen van de Duitsers grepen steeds meer in in het persoonlijk leven van de Markelose bevolking. Nederlandse oud-militairen, die in mei 1940 nog gevochten hadden, moesten zich melden voor krijgsgevangenschap en arbeidsinzet in Duitsland. Joden werden gedeporteerd. Nederlanders waaronder uiteraard ook vele Markeloërs, kregen het bevel om zich te melden voor de Arbeidseinsatz. Ze werden als dwangarbeiders ingezet voor de Duitse oorlogsindustrie. Deze maatregelen gaven aanleiding om in het verzet te komen tegen de overheersers.
Een van de eerste verzetsstrijders was dokter Bennie Wanrooy, geboren en getogen in Markelo en hij was zeer actief betrokken bij de plaatselijke verzetsbeweging. Zijn zwager en assistent stagiaire Boele heeft een uitvoerig en zeer gedetailleerd dagboek bijgehouden. Hierin zijn de spannende gebeurtenissen die zich in die periode hebben afgespeeld na te lezen. Vijf jaar geleden heeft de Stichting Herdenken en Vieren Vrijheid het dagboek integraal gepubliceerd in het boek “Markelosche dokters in het verzet”. Daarin zijn ook de gebeurtenissen beschreven van de andere dokters die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog in Markelo werkzaam waren en verzetswerk deden.
Dokter Wanrooy was aanvankelijk gespecialiseerd in koeriersdiensten en vervoer van wapens. Op zijn motor ging hij dagelijks de hele gemeente door op huisbezoek. Zodoende kon hij heel onopvallend tussendoor berichten e.d. overbrengen. Zwager Boelen stortte zich op de verstrekking van levensmiddelen, bonnen en valse persoonsbewijzen. Ook was hij verbindingsman voor de hulp aan onderduikers. De taken wisselden in de loop der tijd nogal eens.
Als verzetsman ontmoette hij ook Geert Wondaal, alias Geert Groote en Jan Ebbekink. Geert was boerenknecht bij Jan Ebbekink (Peurtje). Geleidelijk groeide zowel die groep als ook het contact met groepen uit de buurt. Dat had tot gevolg dat ook activiteiten toenamen zoals bij het onderbrengen van onderduikers. De boerderij van Ebbekink bevond zich niet ver van de Borkeld, waar droppings plaats vonden. Via een geheime zender werden contacten onderhouden met Engeland. Op die manier werden er afspraken gemaakt over te zenden goederen. Per dropping werd een code afgesproken om de mensen in Nederland op de juiste tijd op de juiste plek te hebben. Zo werd geprobeerd de Duitse bezetting te slim en te vlug af te zijn. Ook het transport van alle goederen en de opslag daarvan moest goed geregeld zijn. Bekend was dat per afgeworpen container wel vier man nodig waren om hem op te tillen en op een wagen te laden. Verzetsman Kees Schipper zorgde met zijn groep voor de benodigde wagens en mensen om de containers te laden en te transporteren. De inhoud werd later verdeeld onder de verschillende knokploegen. Dit was een hele organisatie. Het was zowel lichamelijk als geestelijk een hele belasting lang wachten op de komst van het vliegtuig terwijl de kans op ontdekking door de Duitsers groot was.
Op 2 oktober 1944 deed de Landwacht een inval bij Peurtje. Onder de matras van hun knecht Geert Wondaal werden wapens e.d. gevonden. Geert werd naar het station in Markelo gebracht. Door de andere leden van de verzetsgroep werd nog overwogen om die avond een poging te doen om Wondaal te bevrijden, maar hij was die middag al opgehaald door mannen van de S.D. en naar Enschede gebracht. Daar werd hij de volgende dag geëxecuteerd. (op zijn verjaardag!) Naast dokter Wanrooy en Boelen, zaten ook de dokters J.C. Romijn en L. Hamminga in het verzet. Dokter Romijn was al sinds de jaren dertig hoofd van de lokale ordedienst en werd verdacht van spionage opgepakt op 4 november 1944 en afgevoerd naar Kamp Neuengamme, waar hij op 1 maart 1945 overleed.
Dokter Hamminga was tijdelijk waarnemer voor dokter Romijn, die bij een auto-ongeval zijn arm had gebroken. Hamminga had een belangrijke rol gehad in het artsenverzet in Noord-Nederland en was zelf ook ondergedoken. Hij heeft de bevalling begeleid van de joodse mevrouw Hoek, die in het onderduikershol verbleef nabij de Kerkweg.