Met een redelijk tempo liep ik door het ziekenhuis richting de roltrap en uitgang. Er liepen wat mensen voor mij en ik sloot aan in de rij. Voor mij liep een keurig nette heer van ongeveer midden 70. Hij voelde mij waarschijnlijk aankomen stappen en draaide zich om bij de roltrap. Lachend keek hij mij aan en zei “Gaat u maar voor mevrouw”. “Nee, zo’n haast heb ik niet hoor”, zei ik lachend en enigszins beschaamd. “Dames gaan voor” zei hij lachend. Ik stapte de trap op met mijn koffertje en zei: “Wat aardig! Hartelijk bedankt, dat overkomt mij niet vaak meer.” We babbelden nog wat verder en hij gaf aan dat hij vond dat dit zo hoorde. Ik wenste hem een fijne dag en hij mij ook en zo ging ieder zijns weegs. Een hoffelijke man.
Met een lach op mijn gezicht liep ik naar de auto. Dit ook meteen wat minder gehaast. Onderweg naar huis dacht ik er nog over na. De man had mijn dag een extra kleurtje gegeven want ik liep, na een vervelend berichtje wat ik had gekregen, wat geïrriteerd richting de uitgang. De irritatie was weg na onze ontmoeting en via de radio kwamen een paar vrolijke meezingers voorbij en ik zong vrolijk mee. Mijn “irritatie wolken” verdwenen als sneeuw voor de zon en dag was gered. Het kan zo makkelijk zijn ….maar zo gaat het niet altijd.
Als ik op de locatie in Almelo werk, rij ik binnendoor via Enter. Dichtbij Almelo ligt een brug over het Twentekanaal waar ik overheen moet. De ene kant heeft voorrang maar je kunt niet altijd goed zien of er wat aankomt van de andere kant. Sommige automobilisten geven al wat gas bij om eerder dan de tegenligger op de brug te zijn. Het komt nogal eens voor dat mensen halverwege de brug tegenover elkaar komen te staan en er dan iemand achteruit moet. Middelvingers worden al rap in de lucht gestoken en getoeter. Ik stel me zo voor dat er na zo’n confrontatie, een paar mensen geïrriteerd in de auto zitten. Is het dat waard? Het zou zomaar eens kunnen zijn dat het meer rust geeft om niet altijd je recht op te eisen maar ook eens te geven. Vroeger had je een slogan of een liedje “Heer in het verkeer” (of dame). Dat had iets met hoffelijkheid te maken.
Het lijkt alsof iedereen steeds meer haast heeft. We zijn druk met allerlei zaken. Werken, afspraken, drukte in winkels en op wegen. Irritatiebronnen liggen op elke hoek op de loer. Hoffelijk zijn naar elkaar lijkt iets uit lang vervlogen tijden, brocante of zelfs antiek en komt in ons woordgebruik haast niet meer voor. Elkaar een keer voor laten gaan, ruimte geven aan elkaar kan ook veel opleveren. Het bespaart je negatieve energie en geeft positieve energie, het loopt allemaal makkelijker en levert soms zelfs tijd op.
De vooruitgang heeft ons veel gebracht maar op een andere manier misschien ook wel genomen. Of het ook allemaal vooruitgang is….? Ik keer nog even weer terug bij de hoffelijke heer in het ziekenhuis. De man moest eens weten dat hij mijn dag weer een positieve impuls heeft gegeven, wat minder gehaast en met een lach erbij en….dat hij de aanleiding was tot het schrijven van deze column.
Ik wens u allen een stralende zondag!
Hartelijke groet,
Marianne