Op 8 april is het 80 jaar geleden dat Markelo werd bevrijd. In aanloop naar deze bijzondere datum besteden we extra aandacht aan gebeurtenissen uit de oorlogsjaren. In samenwerking met Stichting Herdenken en Vieren Vrijheid blikken we terug op verhalen, die niet vergeten mogen worden. Vandaag het tweede verhaal: ‘Het begin van de oorlog’. Op 28 augustus 1939 was de algemene mobilisatie van het Nederlandse leger begonnen met het voorbereiden van de verdediging voor een eventuele aanval van de Duitsers. Naast de drie gecreëerde verdedigingslinies, waarvan de Grebbelinie er één was, waren er ook drie vertragingslijnen gepland. Een van deze lijnen was het Twentekanaal vanaf Lochem tot Wiene en zijtak Almelo. Bij de bruggen over het kanaal werden vernietigingsploegen gelegerd, die bij een inval van de Duitsers, de bruggen over het Twentekanaal, moesten opblazen.
Op Markelo’s grondgebied ging dat opblazen ‘goed’ met de bruggen in de Stokkumerbroekweg en de Stationsweg maar met de Diepenheimse brug tussen Stokkum en Diepenheim, ging het mis. Met een lont moest de aangebrachte springlading aan de kant van Stokkum tot ontploffing worden gebracht, maar dat lukte niet. Ook na het inkorten van het vuurkoord, gebeurde er niets. Omdat de tijd begon te dringen, werden er twee soldaten aangewezen om met de mitrailleur het slagpijpje kapot te schieten, waarna een deel van de springstof tot ontploffing werd gebracht, echter zonder dat de brug veel schade ondervond.
Op strategische plekken waren door de Nederlandse soldaten mitrailleurposten ingericht. Zo ook op de hoek Larenseweg/Holterweg, voor het pand “tipsteek”, waar zandzakken waren opgestapeld met een verlaging in de grond waar soldaten zaten met mitrailleurs. Zij moesten bij een inval van de Duitsers, de opmars naar Holten en Laren vertragen.
Gerrit Bussink, die bij het uitbreken van de oorlog in de Dijkerhoek woonde, dat tegenwoordig geadresseerd is op Dijkerhoek 5, was toen 5 jaar. De soldaten die de mitrailleurpost bezetten, waren ingekwartierd in de paardenstallen. Hij weet nog dat de soldaten vrij snel vertrokken, de inval ging zo snel, dat er geen gevechtshandelingen hebben plaats gehad.
Over de eerste uren na de inval, vertelt Gerrit Jan Leferink, ‘Kappen Gertjan’:
“Op 9 mei 1940 moeten mijn broer (8) en ik (9), als wij uit school komen, andere kleren aantrekken om te helpen met karweitjes op de boerderij. Dan een boterham uit de vuist en naar buiten om te spelen. Het is een prachtige voorjaarsdag en dat betekent dat wij het veld in trekken, slootjespringen, nesten zoeken, enz. Als wij tegen de schemering weer thuiskomen, moeten wij eten. Voor het naar bed gaan is dat een bord pap.
Aan tafel wordt gesproken over oorlog. Maar volgens de krant mogen wij rustig gaan slapen en gaat de oorlog aan ons voorbij.
Vrijdag tien mei 1940, prachtig voorjaarsweer, ik word vroeg wakker gemaakt. Direct opstaan want het is oorlog. Er is een rokend vliegtuig over ons huis gevlogen. Gauw moet ik mij aankleden en dan direct naar “Dik’n Hein” (de bakker) met de fiets om brood te halen. Volgens mijn moeder is voor een gezin van acht personen dat de eerste levensbehoefte.
Vele anderen denken ook zo want het is al druk bij de bakker. Van de Nederlandse militairen, die gelegerd zijn in de buurt van de bakker, is weinig meer te merken.
Voor een jongen van negen jaar is het ergens wel spannend. Weten wij veel wat oorlog is. Van onze ouders mogen wij die dag niet naar school. Je weet maar nooit wat er kan gebeuren.
Om circa tien uur zien wij de eerste Duitsers, een motor met zijspan waarop een mitrailleur. Nu begint het door te dringen dat er echt wat aan de hand is. Er wordt niet gewerkt op het land. Overal staan mensen te praten, waar wij als jongens met grote oren naar luisteren.
Velen zijn ongerust want tal van mannen uit Markelo zijn in militaire dienst en gelegerd door heel Nederland. Toch verschijnt er die avond nog een beknopte uitgave van de krant. Hierin lezen wij: “De slag is gevallen. Vanochtend in de vroegte is Nederland opgeschrikt door geronk van motoren en het gedonder van kanonnen en afweergeschut. Vliegvelden worden gebombardeerd.”
Later op de dag zien wij Duitse colonnes over de weg rijden. Op de boerderij gaat het langzaam weer zijn gewone gangetje. Er gaan geruchten dat de soldaten uit het Nederlandse leger beginnen te vluchten. Geen wonder als je naderhand ziet tegen welke overmacht ons leger moest vechten.
Nederland is in oorlog, in Markelo blijft het vooralsnog redelijk rustig”.