Ineens wist ik het heel zeker, daar in dat kerkje! Dat was de enigste mogelijkheid, daar moest het hij liggen, zei ik ineens. We waren al uren aan het zoeken geweest, en nergens te vinden, mijn paspoort was weg. Ergens in een ver afgelegen dorpje in Roemenië. Het is inmiddels 5 jaar geleden dat we daar een bruiloft hadden, juli 2019.
Toen wij de boerderij hier in Denemarken overnamen was er een vaste medewerkster, ze was er op dat moment nog niet zo heel lang, en was nog in de leerfase. Dat waren wij ook, dus ze mocht bij ons blijven. Enkele maanden voor onze komst was ze haar vriend, die bij de buren werkte, nagekomen vanuit Roemenië. Ze sprak op dat moment enkel Roemeens, maar haar vriend kwam geregeld langs om het een en ander te vertalen, en al snel leerde zij, zowel haar werk als de Engelse taal en ontstonden er korte gesprekjes. Ondertussen had Frank meer contact met haar vriend. Dat was in het begin zeker een cultuur verschil, mannen staan daar toch echt nog iets hoger in rang. De dames krijgen dan ook geen hand, terwijl de mannen elkaar een hand schudden. Nu naar 6 jaar, waar wij, en ook de Roemenen die we goed kennen zo ingeburgerd zijn, krijg ik overigens wel netjes een hand bij een weerzien!
Toen onze medewerkster ging trouwen werden wij ook uitgenodigd voor de bruiloft in Roemenië. Na een lange twijfel wel gaan, niet gaan, besloten we om wel te gaan. Zoiets was toch ook wel heel bijzonder om mee te maken. En zo vertrokken we naar dat dorpje in het oosten van Roemenië, gelegen aan de grens met Macedonië. Terug in de tijd, was het eerste wat we dachten toen we daar waren. Hoe kan het dat daar amper toerisme is! Het is daar zo prachtig, ongerept en een rijke historie in cultuurgoed. Maar in dat gebied vielen wij toch wel degelijk op als toerist. Het gebied is bergachtig, zeer bosrijk en met veel wijnteelt en kleine landbouw. De grotere wegen zijn prima begaanbaar, tot op het moment dat we naar rechts draaiden, waar we gelijk op een zandweg kwamen die ons in een, naar ons oog, oud dorpje bracht. Het viel ons gelijk op dat er nog waterputten langs de weg stonden, waar mensen hun water haalden. Er liepen wat kippen rond, en her en der zag je een keer een persoon, verder was het er vrij rustig. Even naar binnen gluren bij de huizen zat er ook niet in, want overal staan muren om de woningen gebouwd, waar men via een poort binnen komt. En bij een van die poorten mochten wij naar binnen, want daar was het ouderlijk huis van de bruidegom. We werden meer dan hartelijk ontvangen. En we waren verwonderd over hoe gastvrij men daar was. Er werd ons gelijk eten in de hand gedrukt, moesten de eigen gebrouwen wijn proeven. En als eregasten kregen we hoogstpersoonlijk een rondleiding over vaders boerderij, deze bestond uit 3 melkkoeien, een paar schapen, kippen en achter de woning werden tomaten en komkommers geteeld. Vader verdiende nog wat bij als hoefsmid. Terwijl het feestgedruis langzaamaan begon, slenterde oma, geheel gekleed in het zwart, inclusief zwarte hoofddoek om haar hoofd, nog voorbij om de koeien te gaan melken, en ze vervolgens in het schuurtje verdween om, waar ik later achter kwam, de afwas te doen.
De stilte in het dorp verdween geleidelijk toen de ene na de andere auto aankwam. Wonderlijk genoeg was de ene nog mooier en moderner dan de ander! De dames die ik eerder al had gezien kwamen te voorschijn in complete gala jurken, hakken en dik in de make-up.. Het zigeuner gevoel zit nog degelijk in deze cultuur, dacht ik terwijl ik me ineens wel heel simpel voelde in mijn zwarte jurkje en enkel wat mascara op mijn wimpers.
Het feest werd compleet toen er ook de muzikanten met hun instrumenten bij kwamen. Een stukje typisch Roemeense folklore, wat in onze oren continue door fluit en pingelt, overigens in een zeer vrolijke stemming. En zo liepen we in de richting van de ceremonie, de muziek voorop, een kleurrijk en dansende menigte erachteraan. Waar ineens een heel dorp tot leven was gekomen, en nieuwsgierige hoofden om de poort keken of mensen op straat naar de voorbijkomende stoet stonden te kijken. Toen het ja-woord daar in een schattig oud kerkje, daar bovenaan de berg werd gegeven, werden we weer dansend en zingend begeleid naar een feestzaal, waar het feest met heel veel eten en drank door bleek te gaan tot de andere ochtend, nog altijd onder begeleiding van diezelfde muzikanten.
Het was dan ook niet zo verwonderlijk, toen we de volgende dag, weer op de boerderij werden uitgenodigd, meer dan de helft van de aanwezige gasten van gisteren, niet meer aanwezig waren. En de prachtige dames van de dag ervoor met uitgelopen make-up en ijsblokjes op hun voeten voorbij kwamen strompelen. Maar de gastvrijheid en vrolijkheid was nog steeds aanwezig.
En toen bleek mijn paspoort dus verdwenen. We moesten terug naar dat kerkje. Frank zuchtte al diep, want dat betekende weer die hele berg op lopen om daar te komen. Ik zei, hij moet daar zijn, ik heb daar wat uit mijn tasje gehaald, hij is er toen vast uit gevallen. Dus we gingen weer in de hitte die berg op, kwamen bij het kerkje, dat eigenlijk gesloten bleek. Maar toen een vriendelijke non ons zag, wenkte ze, we mochten binnen komen. Ze liep van ons weg, en kwam terug met mijn paspoort. Ik kon die vrouw wel zoenen! Ze bestaan nog, mensen met het hart op de juiste plek!
Fijne zondag,
Debby