De omgeving van Markelo is bij uitstek geschikt om legeroefeningen te houden. Grote internationale manoeuvres (legeroefeningen) zijn er b.v. gehouden in 1913, waarbij Koningin Wilhelmina getuige was en in 1937 toen Prins Bernhard de verrichtingen gadesloeg. Niet zo bekend is dat ook in 1881 ons gebied het toneel was van omvangrijke manoeuvres. De witten bonden toen de strijd aan met de roden. Dat de witte knipmutsen van de toegestroomde boerendochters daarbij voor verwarring zorgden blijkt uit onderstaand ingezonden stuk in de Graafschapbode van 3 september 1881:

Militaire oefeningen in Markelo
Zooals altyd bij manoeuvres wordt er verwoed gevochten en davert de lucht van kanonschoten en geweerknallen. Vele malen is het gebeurd, dat op hoogst onschuldige vrouwelijke wezens gevuurd is. Laat ik u slechts een voorbeeld noemen. Ge moet weten, schryver dezes, iemand die een zeer ondergeschikten rol speelt en tot het garnizoen van Doesborgh behoort , is niet van plan, in navolging van andere bladen, van beide partijen de onderstellingen te vermelden, critiek enz. te leveren. Als zeer ondergeschikten dienaar is het me niet mogelijk tot de groote heeren te naderen en opgave te vragen van onderstellingen enz., bovendien bezit ik volstrekt geen strategische of taktische kennis, zoodat mijne verslagen daaromtrent beneden het nulpunt zouden zijn. Ik meld maar zoo’een en ander, om de Achterhoeksche lui, wier zonen de wapenen hebben omgord, gerust te kunnen stellen, hun te verzekeren, dat ze vroolijk en welgemoed de vermoeienissen verdragen, in één woord zich flink en ferm houden. – En nu het voorbeeld, waarover ik zooeven gewaagde.
Verbeeldt u mijne lezers, daar stond onze brigade op den 27sten jl. tegenover een met boomen en struikgewas begroeide hoogte, Langenberg genaamd, zuid-oostelijk van Markelo. Nu moet u weten, dat onze vijand witte banden om de chaco’s hebben .en dat de schoonen uit de omstreken van Markelo witte knipmutsen dragen. Die Markelosche schoonen nu, nieuwsgierig zijnde; alzoo afwijkende van andere Eva’s kinderen zijn in den regel niet nieuwsgierig — die Markelosche sehoonen hadden, om nu eens goed te kunnen kijken, zich op die begroeide Langenberg begeven. Daar op eens hooren we: „de vijand heeft de Langenberg bezet.” In een oogwenk opende de batterij haar vuur, tirailleurliniën werden geformeerd, en na een oorverdoovend vuur werd de berg bestormd en — genomen. De witte knipmutsen werden op de vlucht gejaagd. Er was geen atome van een vijand te bekennen. Nu zou het ook kunnen gebeuren, dat zei me tenminste de sergeant-majoor, dat we morgen of overmorgen de .vijandelijke witte chaco’s voor knipmutsen aanzagen, en dat zou gevaarlijker zijn. Op den oogenblik dat ik deze schrijf is het Zondag, rustdag. Ik ben met twee officieren bij de mulder in Markelo ingekwartierd, en ik moet zeggen we hebben het er nog al goed. Morgen, hoor ik, moeten we weder bivakkeeren, en wel nabij’ Hellendoorn.