Vandaag in de serie oorlogskranten staan we stil bij een artikel over de arbreidsdienst op Volkshogeschool Diependaal uit het Dagblad van het Oosten van 31 maart 1941. Toetreden tot de Nederlandse Arbeidsdienst was in aanvang op vrijwillige basis. Het was een aantrekkelijke regeling ter voorkoming van werkloosheid voor de 55.000 Nederlandse militairen. Deze werden opgeleid tot kader. Verder stonden de vrijwilligers niet in de rij. Per circulaire waren de Nederlanders in december 1940 opgeroepen om zich bij één van de 1024 aanmeldbureaus van de NAD als vrijwilliger aan te melden. Weinigen hebben van deze oproep gebruik gemaakt. Er reageerden meer vrouwen dan mannen. Op 1 januari 1942 wordt voor iedere Nederlander die in dat jaar 18 jaren wordt en op het einde van dat jaar nog geen 23 is de ongewapende dienstplicht ingevoerd. Dit zowel voor mannen als voor vrouwen.
In 1943 wordt wat de mannen betreft ook daadwerkelijk de hele lichting van dat jaar opgeroepen. Vrouwen werden in de buurt van hun woonplaats aan het werk gezet. Gingen bijvoorbeeld aardappels schillen voor de kazerne. Voor mannen werden ver van hun woonplaats kampen gebouwd. Zij werkten bij het aanleggen van wegen en kanalen en in de landbouw. De dienstplicht duurde een half jaar. Ook leerden de mannen exerceren met een schop aan de schouder. De training in de Nederlandse Arbeidsdienst was er op gericht om de mannen op te leiden voor het graven van tankvallen en loopgraven aan het oostfront. Aan het einde van de dienstplicht werd de mannen een contract voorgehouden voor deze werkzaamheden. Bijna iedereen weigerde om te tekenen. Na enige rake klappen te hebben geïncasseerd kon de weigeraars huiswaarts gaan. De kampen werden aangestuurd vanuit Amersfoort.
Op 24 augustus 1941 hadden W.A. mannen een zogenaamde een zogenaamde kameraadschapsdag georganiseerd in hotel De Herikerberg. Van daaruit hadden zij een bezoek gebracht aan het arbeidskamp voor meisjes in de Volkshogeschool Diependaal. Op de terugweg hebben zij eerst bij herberg De Kemper behoorlijk gedronken en daarna, in het klein eindje verder gelegen Cafe Heijman (joodse eigenaar), het interieur kort en klein geslagen.
Daarnaast twee andere bericht die in dezelfde krant verschenen op 16 en 19 april 1941 :