- Maarkelsnieuws.nl - https://www.maarkelsnieuws.nl -

Illegaal bouwen

oudetorenVermoedelijk heeft de hut van Hendrik Peters er ongeveer zo uitgezien

Zo nu en dan  lezen wij in de media dat er in een gemeente weer ‘bouwsels’ zijn ontdekt waar de gemeente geen vergunning heeft voor verleend. Illegale bouwwerken waar soms raadsleden, wethouders, enzovoort bij betrokken zijn. Onlangs kwam naar buiten dat in de gemeente Hengelo zich zoiets afspeelt. Ook vroeger was illegaal bouwen aan de orde, maar dan van geheel andere aard, getuige onderstaand artikel. Het speelt zich af in de Marke van Stokkum/Herike en gaat over Hendrik Peters, een broer van Arend Jan Peters. Zie het laatste artikel de Oude Toren waarin Arend Jan zijn schuldenlast  is beschreven. Voor dit artikel kunnen wij putten uit een briefwisseling tussen burgemeesters, rentmeester, advocaten, deurwaarders, rechtbank enzovoort, die begint in 1847 en eindigt in 1852.

Het verhaal begint met een brief van de burgemeester van Diepenheim aan de burgemeester van Markelo
…missive dd 3 juny jl nr 189/104 hebben wij de eer te berigten dat door de hervormde dakonie alhier het onderstands domicilie van Hendrik Peters te dezer gemeente wordt erkend, zoodat wij de declaratie der voorgeschoten kosten zullen inwachten. Wij verzoeken UEdel Achtbare echter beleefdelijk om bij verdere behoefte aan onderstand bedoelden Hendrik Peters met zijn gezin naar herwaarts over te zenden daar de hervormde diakonie alhier tot regel heeft aangenomen geene behoeftigen buiten de gemeente te bedeelen.
Hoewel Hendrik in de gemeente Diepenheim ingeschreven staat, woont hij inmiddels in Markelo in een hut die illegaal gebouwd is op grond van de Marke aan de voet van de Herikerberg.

Op 14 december 1849 krijgt de markenrigter van Stokkum/Herike het volgende bericht van de burgemeester van Markelo:
…heb ik de eer te dienen dat het bestuur dezer gemeente volgens bestaande wetgeving zich buiten magt gevoelt aan te nemen en te zorgen dat gemeld persoon in den loop van maart of april des volgend jaar elders eene woning bekomt of althans de door hem geoccupeerde markegrond verlaat, enz.
De markerigter bericht dat hij kennis heeft genomen van het bericht en schrijft verder: Zulk inkruipsel zijn nimmer gedoogd en kunnen niet worden toegelaten en wil wel zorgen voor een woning in het voorjaar.
Hendrik Peters heeft nog geprobeerd om bij zijn broeder Arend Jan in te trekken: doch daar komende  terstond  door zijn broeder verdreven was waarop hij zich toen met zijn gezin in de hut in het veld opgeslagen heeft.

Er vinden verschillende briefwisselingen plaats en we zijn inmiddels aangeland in 1850 en Peters woont nog steeds in de hut. Het gemeentebestuur van Markelo is van mening dat Diepenheim voor een woning moet zorgen omdat zijn “onderstand domicilie”daar is. Diepenheim wil daar in principe wel voor zorgen maar niet op korte termijn en stelt voor dat Peters nog maar in die hut moet wonen. Na wat gesteggel vertrekt Peters met zijn gezin naar Diepenheim, maar…daar is de kous niet mee af gezien de brief van de markerigter aan een advocaat.
…omdat hij te Diepenheim armlastig was maakte ik er toen werk van hem goedschiks gedelogeerd te krijgen, hetwelk in zoverre gelukt dat hij met zijn gezin en zijn gering inboedeltje ten koste der diaconie te Markelo naar Diepenheim werd getransporteerd. Men hoopte dat hierdoor de zaak in den draad zou loopen. Maar tot mijn innig verdriet komt men mij nu berigten dat het plaatselijk bestuur van Diepenheim hetwelk bij officieel schrijven van den burgemeester van Markelo in dato 9 juny 1847 nr 126 heeft erkend dat hij daar zijn onderstands domicilie heeft. Genoemde Peters met de zijnen op de straat hebben laten liggen en dat hij daarna weder in de hut is teruggekeerd. Er zal nu wel niets anders op wezen dan Peters door middel van regten te noodzaken de hut af te breken, temeer daar dit ook reeds het besluit was van den Heer van Wasssenaer.

Inmiddels wordt er nog een advocaat ingeschakeld die tevens lid is van de 2e kamer.
En dan begint de bureaucratie te werken. Wie zijn de gecommitteerden van de marke, wie mag een dagvaardiging sturen, wat is de kadastrale sectie, is het wei of grasland, moeras of bos, enz.enz. Dit moet de markerigter allemaal uitzoeken.
Het is inmiddels september 1850 dat de markerigter zijn bevindingen naar de advocaat stuurt. Eindelijk is het dan zover dat er in december 1850 een geregterlijk vonnis ligt dat Peters een maand na dato vertrokken moet zijn anders volgt er een geregterlijke ontruiming.
Dan wordt er besloten dat de hut moet worden afgebroken. De burgemeester van Markelo schrijft daarover aan de procureur in Deventer het volgende: Dat wat het neerleggen der afbraak betreft de burgemeester van Markelo gaarne zou zien dat deze te Diepenheim op eene convenabele plaats bv het kerkhof werd neergelegd omdat Peters en familie eigenlijk te Diepenheim armlastig zijn. Indien hiertegen geen regtsbezwaar in den weg is, is eene nederlegging in Diepenheim veel doeltreffender, want die gemeente is in zekeren zin de oorzaak van geheel deze kostbare procedure.

Uiteindelijk krijgt het gezin Peters in Markelo een armenhuisje toegewezen. Op 10 juni 1852 bericht de markerigter aan de procureur dat de zaak is afgesloten en dat de betreffende stukken in het archief van de marke wordt opgeslagen.