- Maarkelsnieuws.nl - https://www.maarkelsnieuws.nl -

Dokter Romijn

In de Oude Toren wijken we deze week uit naar de vrijdag. Vandaag is het weer 8 april. Een datum die in het geheugen van vele Markeloërs gegrift staat als Bevrijdingsdag. De dag waarop Markelo bevrijd is van het Duitse juk. Elk jaar herdenken we op 4 mei de Nederlanders die sinds de Tweede Wereldoorlog het leven hebben verloren als gevolg van die oorlog: militairen, burgers, verzetsplegers, joden, zigeuners, Jehova-getuigen en degenen die nadien omkwamen bij militaire acties in het buitenland. Omdat WO II al zo lang achter ons ligt wordt er vaak gezegd: ”Laten wij het verleden nu maar eens vergeten.” Om daar een antwoord op te kunnen geven, citeren wij iets  uit een extra editie van een krant die is uitgegeven op 7 mei 1945. Hier staat onder meer: “Velen van hen stierven, ver van hun vaderland, in concentratiekampen, gaskamers of voor het vuurpeloton. Slechts weinigen konden in de vaderlandse bodem ter aarde worden gelegd. Ge­denk ze met eerbied en altijd, vrede en vrijheid is een groot goed.”

Onder hen waren in de oorlogsperiode ook drie in Markelo wonende verzetsstrijders, te weten: J.A.Hardenberg,  J. Oost, en J. C. Romijn. Hun levens eindigden in het concentratiekamp Neuengamme onder de rook van Ham­burg. De ouderen onder ons zullen Romijn nog kennen als een bescheiden doch sympathiek figuur die per fiets zijn patiënten bezocht. Hij liet een vrouw en drie kinderen achter. Met twee van hen, te weten Mieke Kooiker-Ro­mijn (80), de later bekende schrijfster, en Suus (76) hadden wij een gesprek over deze periode. Een verhaal over een man die stil en onopvallend mensen hielp, maar door verraad dit met zijn leven moest bekopen. Over deze dokter en zijn mede lotgenoten in dat kamp gaat dit stukje geschiedenis.

In dit artikel willen wij ons beperken tot de arrestaties van dokter Romijn. Het volledige verhaal is gepubliceerd in 2008 in het oktobernummer van Marclo’s Chronyke, een uitgave van de Stichting Heemkunde Markelo.

 Onderduikers
Na de Februaristaking in 1941 werden de Duitse maatregelen steeds strenger. Jonge mannen moesten zich melden om te gaan werken in Duitsland, veelal in de wapenindustrie. Velen weigerden om naar Duitsland te gaan en doken onder. Het leger van onderduikers groeide snel, moest eten hebben maar werden ook ziek. Volgens de door hen afge­legde eed waren de huisartsen verplicht om alle zieken en gewonden te helpen. Van de Duitsers hadden zij de verplichting gekregen om de onderduikers aan te geven bij de politie of de SD.

Gelukkig stonden vele huisartsen aan de goede kant en hielpen in het geheim waar ze maar helpen konden. Zo ook de huisarts dokter Romijn. Naarmate de oorlog heviger werd en de bombardementen op Duitsland in hevigheid toenamen, kwam daar ook nog de verzorging van neergeschoten gewonde piloten bij. Niet alleen Romijn maar vele huisartsen, dominees, schoolhoofden en dergelijke, kwamen op deze manier in het verzet terecht. Velen van de laatste ook doordat zij de Engelse taal beheersten.

 In het derde bezettingsjaar, op 29 maart 1943 gaf de bevelhebber van de Duitse strijdkrachten in Nederland, generaal Christiansen bevel dat alle in Nederland wonende militairen zich opnieuw in krijgsgevangenschap moesten begeven. Onmiddellijk brak er in Twente een proteststaking uit, die zich een dag later verspreidde over heel Nederland. Bij de meeste bedrijven werd nauwelijks nog gewerkt. Melkrijders die de melk naar de fabriek moesten brengen staakten ook.

Een genadeloos optreden van de bezetter maakte een einde aan de staking. De Grüne Polizei kreeg de bevoegdheid om ter plaatse vonnissen te voltrekken, wat dan ook gebeurde. Bij de fabriek Jordaan in Haaksbergen werden negen werknemers gearresteerd en bij de uitspanning De Broeierd aan de Hengelo­sestraat doodgeschoten. Deze spontane staking had tot gevolg dat het verzet zich gesterkt voelde en het verzet heviger werd.

De arrestatie
“Dokter Romijn is door de Duitsers gevangen genomen.” Als een lopend vuurtje ging dit bericht op zaterdagmorgen 4 november 1944  door het dorp. Niemand kon geloven dat zo’n sympathieke man door de Duitsers werd verdacht van spionage. Het was de avond van vrijdag 3 november 1944 toen de Duitsers aanklopten bij huize Romijn. “Mijn vader deed zelf de deur open en werd meteen gearresteerd. Wij hebben hem nadien niet weer gesproken. Echte huiszoeking hebben ze die avond niet gedaan. Wel hebben ze in verschillende kamers gekeken. Onze kamers moesten wij ’s avonds altijd op slot doen. Bij ons was ook nog een Duitser ingekwartierd en mijn moeder wilde niet hebben dat deze onverwachts in een van deze kamers kon komen,” aldus Mieke en Suus Romijn.

gezin romijnHet gezin Romijn dat die avond wreed uit elkaar werd gerukt

“Mijn vader werd als gijzelaar afgevoerd naar Almelo. Bij een razzia in Almelo is ook de bevolking van de gevangenis meegenomen en zijn ze in Wessum tewerkgesteld. Door verraad hebben de Duitsers later pas vernomen dat mijn vader bij de OD zat. Hij is toen in Wessum, waar hij als arts te werk was gesteld, opgepakt en naar Lochem gebracht, daarna naar Doetinchem en vandaar afgevoerd naar Neuengamme. Na de bevrijding kregen wij bezoek van een dokter Piron uit Dedemsvaart die het kamp Neuengamme had overleefd. Deze vertelde dat mijn vader aan dysenterie was overleden en hij daar bij was geweest. Bijzonderheden heeft hij verder niet verteld of mijn moeder heeft dat voor ons verzwegen,” aldus Mieke en Suus. Dat dokter Romijn vermoedelijk niet rechtstreeks van Almelo naar Neuengamme is gestuurd mag blijken uit het volgende:

Op 10 december 1944 werd in Markelo de heer Jacob Adriaan Hardenberg, secretaris van het waterschap De Schipbeek, wegens spionage gearresteerd (zie verderop in dit artikel).  Deze werd vermoedelijk na zijn verhoor direct naar Neuengamme getransporteerd. Hij kreeg in dit kamp als Häftling nummer (gevangenennummer) 70904. Romijn die een maand eerder werd gearresteerd kreeg het gevangenennummer 70969. Het kan ook zijn dat dokter Romijn nog in Doetinchem was en met hetzelfde transport naar Neuengamme ging.

Neuengamme
Het kamp Neuengamme werd op 13 december 1938 geopend en op 4 mei 1945 door de Geallieerden bevrijd. Tijdens deze periode verbleven ongeveer 106.000 mensen in dit kamp. Onder deze gevangenen bevonden zich ruim 5500 Nederlanders, waaronder 661 mannen uit Putten. Van de Nederlanders hebben 600 mensen de ellende overleefd. Tot hen die hier de dood vonden behoorden ook de Marke­loërs.

Dodenboek

 Het punctueel bijgehouden Dodenboek waarin ook de namen van de Markeloërs staan.

 Ellende
Uit de weinige verhalen van hen die het kamp Neuengamme overleefd hebben, komen de gruwelijkheden die daar gepleegd zijn naar voren. Gevangenen hebben hun eigen urine gedronken. Ze kropen in een hoekje om te sterven. Er waren er die vloekten, baden, jammerden of gek werden. Ze waren allemaal gelijken, naakt, kaal geschoren, uitgescholden, geslagen, gemarteld, gebeten, geschopt, uitgehongerd en gedood. Velen zijn gestorven door tal van oorzaken, o.a. ophanging, dood schieten, besmettelijke ziektes en ondervoeding. Er is echter maar een naam voor de doodsoorzaak: ”Nazisme.”

Op 18 mei 1946 vond er een proces plaats waarin de kampbeulen werden berecht. Veertien aangeklaagden werden schuldig bevonden, waarvan er elf werden opgehangen. Wij begonnen dit verhaal met de bevrijding van Markelo en het waarom van de herdenking op 4 mei. Opdat wij niet vergeten. Wie een concentratiekamp heeft bezocht, of de verhalen van overlevenden heeft gelezen over wat er gebeurd is, opnieuw weer kan gebeuren, weet waarom wij moeten herdenken.

We gaan weer terug naar het heden
en hoe men ’t wendt en keert of plooit
Wij hebben veel moeten vergeven
vergeten doe we het nooit.