- Maarkelsnieuws.nl - https://www.maarkelsnieuws.nl -

Gezondheidscentrum Het Stroaten

20140529 oudetoren

Bij de eerste steenlegging voor het nieuwe gezondheidscentrum gistermiddag werd tijdens de officiële bijeenkomst in Het Beaufort onder meer het woord gevoerd door Jan Stoelhorst van de Stichting Heemkunde. Hij gaf een toelichting bij de tenaamstelling en de geschiedenis van de boerderij waar naar het gezondheidscentrum zal worden vernoemd. De door hem voorgestelde naam “Gezondheidscentrum ter Hulpe” verwijzend naar De Hulpe waar men vroeger ter bedevaart ging, was door de instanties afgewezen. Men heeft gekozen voor één van de andere namen die door de Heemkunde waren gesuggereerd namelijk “Gezondheidscentrum Het Stroaten” verwijzend naar de boerderij Stroaten die meer dan 400 jaar het beeld aan het begin van de Stationsstraat heeft bepaald.

20140529 oudetoren
De Stationsstraat met op de achtergrond de boerderij Stroaten in 1911, gezien vanaf de molen.

 

In zijn toelichting in Het Beaufort gaf Jan Stoelhorst vervolgens een uiteenzetting over de geschiedenis van de verdwenen boerderij. Het werd als een klein keuterboerderijtje gesticht aan het eind van de middeleeuwen (tussen 1500 en 1600) en groeide door de eeuwen heen voorspoedig. En aan de huwelijkspartners valt af te leiden dat ze meetelden in de Markelose midden-categorie. Het was in de 18e eeuw een zogenaamde 2-paards boerderij met 4 koeien en 4 stuks jongvee op stal. De boerderij zelf was niet al te groot want de huurwaarde bedroeg maar 9 gulden.

De situatie ter plekke was toen zo dat op de plek van het Beaufort de boerderij Het Jacobus stond bewoond door de familie Dijkink die tevens kuipers van beroep waren. Daarnaast stond het armenhuis van de kerk. En daarnaast op het achterste deel van de huidige nieuwbouw stond Het Stroaten.

Tot het midden van de 18e eeuw verliep op Het Stroaten dus alles voorspoedig. Het was toen boerderij met 12 ½ hectare grond. Daarna viel men van de ene rampspoed in de andere. Het begon met gezondheidsproblemen, dus geen werkkracht meer op de boerderij, gevolgd door diverse andere rampen.

Generaties na elkaar eindigden de huwelijken door sterfgevallen steeds op jonge leeftijd. Waarna er weer hertrouwd werd met alle financiële consequenties van dien. In de periode 1855 tot 1860, in 5 jaar tijd dus, stierven er 8 personen op Stroaten.

In 1891 trouwde de enige in leven gebleven zoon uit een gezin van 8 kinderen op 30-jarige leeftijd met z’n 19-jarige bruid. Vanaf die tijd ging het bergafwaarts met Stroaten. Begin 1900 moesten er al aanzienlijke hoeveelheden grond worden verkocht.

En in 1925 brandde de boerderij af; van de inboedel werd bijna niets gered en een deel van de veestapel kwam in de vlammen om. De boerderij werd wel herbouwd maar een paar jaar later overleed de boer zelf. Zijn weduwe vertrok toen en hertrouwde later nog een paar keer.

De zoon die beoogd opvolger was, was 10 jaar daarvoor al met een eigen boerderijtje begonnen in de Blikstege aan de Stokkumerweg. Naast boer was hij ook metselaar. De boerderij Stroaten werd in 1929 verkocht. De grond raakte versnipperd over vele kopers en het huis met erf werd voor 8 000 gulden gekocht door de Coöperatie die het verbouwde tot dubbel woonhuis voor haar personeel. Heel lang heeft er productieleider Mulderije gewoond.

In 1972 verkocht de Coöperatie het huis met erf met flinke winst voor 40.000 gulden aan de gemeente Markelo voor de uitbreiding van het gemeentehuis, de zogenaamde laagbouw. Nu zijn we dan zover dat de laagbouw van het gemeentehuis wordt vervangen door het gezondheidscentrum.

Laten we hopen dat het laatste gedeelte van deze geschiedenis: – de jammerlijke teloorgang van het Stroaten en -de noodgedwongen opheffing van het gemeentehuis, geen voortgang vindt in de ontwikkeling van het nieuwe gezondheidscentrum op deze plek.

In de archieven van Heemkunde was nog meer de vinden van het Stroaten. Zo bleef het laatste echtpaar met de familienaam Strateman in 1750 kinderloos. Dus had men geen opvolgers. Hoe moest dat nu met hun oudedagsverzorging; er was toen nog geen aow, geen thuiszorg en geen woonzorgvoorziening. Daar bedachten ze het volgende op. Ze vroegen een neef, genaamd Harmen, of die voor hun oude dag wilde zorgen. Dat wilde hij wel en hij trouwde vervolgens met het buurmeisje van de Stratemans die al kind aan huis was. Er werd een contract opgesteld dat bewaard is gebleven. Hierin lezen we:

“Harmen komt toe de halfscheid van alle vaste goederen, de obligaties, de rentebrieven, het beddegoed, de inboedel, paarden, beesten en varkens, uitgezonderd de kiste (bewaarplaats voor kleren); die zal verdeeld moeten worden onder de zusters van vrouw Strateman. Harmen wordt tevens verplicht om de oude lui te onderhouden in eten en drinken, linnen en wollen en hij moet jaarlijks een spind lijn zaaien welke uit het huis zal worden bearbeid en bekostigd totdat het tot linnen is gemaakt en wit zal zijn. Bovendien moet Harmen jaarlijks 10 gulden zakgeld geven aan de ouwe lui en hen na de dood “een eerlijke begrafenisse geven”.

Er wordt tegenwoordig veel gepraat over de nieuwe richting van de ouderenzorg. Kreten als participatie, mantelzorg en wat dies meer zij vliegen je om de oren. Moeten we niet gewoon terug naar 1750. Toen was er al echte Ouderenzorg en Thuiszorg voordat ze die woorden zelfs kenden.