In Denemarken slaat de decembergekte al toe, zodra de scholen in augustus weer beginnen. In september kan een Deen je al vragen wat de plannen zijn met jule-aften, kerstavond. En dat is echt geen grap. Nog steeds moet ik er een beetje om lachen, terwijl mijn pedicure mij al jaar na jaar vraagt wat onze plannen zijn. Inmiddels vult ze zelf het antwoord al in, jullie hebben geen speciale traditie he? Nee klopt, wij eten niet standaard flæskesteg, brune og hvide kartofler med brun sovs, hvidkøl en als toetje risalamande.
De Deense kerst is een feest met vaste rituelen. Wie de amandel in zijn rijstepap vindt, krijgt een extra cadeautje. Het hoogtepunt van de avond, met de hele familie de kerstboom optuigen. Daarna met zijn allen hand in hand dansend om de kerstboom kerstliederen zingend. Dit laatste kende ik uit een verhaal van Astrid Lindgren, weliswaar Zweeds, maar ook daar kennen ze dezelfde tradities. Als kind kon ik helemaal opgaan in deze verhalen, waarvan ik dacht dat het fantasie was. En dat kwam helemaal door de kronen met brandende kaarsen die ze op hun hoofd droegen. Want ook de kroon met kaarsen bestaat werkelijk. Ze wordt gedragen op 13 december, tijdens het Luciafeest, het feest van het licht. En ja, ze zingen er echt bij: een lied over het licht dat met trots wordt gedragen. Tegenwoordig zijn de echte kaarsen vervangen door ledlampjes, maar het blijft een betoverend gezicht.
Vroeger was ik niet eerder dan december bezig met kerst. Maar nu is de eerste november toch wel een mijlpaal dat ik weer mag beginnen. En nee, die kerstboom staat bij ons in de woning echt nog niet, dat wordt zeker december. Anders ben ik dat ding op 1 december al zat. Maar wil het geval dat ik nog een woning heb, voor de verhuur weliswaar. En de gasten die vanaf heden arriveren komen allemaal voor de Deense kerst-hygge. Daar werk ik maar wat graag aan mee.
De kerstboom is van zolder gehaald. Hoewel ik het liefst een verse boom heb, begin ik er niet aan om twee maanden voor kerst al een echte naar binnen te halen. Dan hangen er met kerst alleen nog wat ballen aan een kale stam. Echte bomen staan bij mij buiten, op de binnenplaats, daar houden ze hun naalden wél.
Maar wij, want dit jaar deden Frank en ik het samen – beginnen altijd met de buitenlampjes. Dat is het minst leuke werk, zeker als het vriest en je vingertoppen bevriezen terwijl je de snoeren ophangt. Dit jaar hadden we geluk: het was zacht weer, bijna in ons T-shirt konden we aan de slag. En voor het eerst dacht iemand eraan om eerst even te testen of de lampjes het nog deden. Oké, het was Frank. Meestal hang ik ze enthousiast op, om er daarna achter te komen dat de helft niet brandt.
En jawel, ondanks onze zorgvuldige voorbereiding: op dag twee doet een stuk van vier, vijf meter het al niet meer. Waarom? Geen idee. Misschien is er zo’n irritante Nisse langs geweest, die kleine Deense kabouters, soms lief en behulpzaam, maar vaak ook echte etterbakjes. Net zulke grapjassen als de in Markelo bekende ‘Derk met de Beer’.
Hoe dan ook: de december-hygge is hier al in volle gang. Naast het versieren en decoreren werk ik het liefst met groen van naaldbomen, dennenappels, mos en gedroogde sinaasappel. Dan ruikt het huis naar bos en kerst. Met recht het echte Scandinavische kerstgevoel. Het pak sneeuw voor de deur ontbreekt nog. Maar wie weet!
Gezien de sociale media ben ik lang niet de enige die al in de decembersfeer is. Misschien is het wat vroeg! Maar in Denemarken leer je al snel: hygge wacht niet op december. Soms zit het gewoon in een kaars die flikkert, een amandel in je rijstepap of een kerstverlichting dat halverwege de geest geeft. Precies daar begint dat decembergevoel.
Voor nu een fijne november-zondag.
Debby